dinsdag 17 april 2012

Hoe het altijd eindigt



Kijk hier zie je hoe het altijd eindigt. Als het spannend verhaal, met veel emotie en de zoektocht naar geluk is afgelopen weten we allemaal waarom we geluk hebben. Voor de één is dat omdat hij naar een verjaardagsfeestje mag gaan voor de ander is dat omdat haar mama lekkere cake kan bakken. Of omdat een hondje mooi is om naar te kijken. Er zijn er die vinden dat ze geluk hebben omdat ze goede vrienden en vriendinnen hebben en velen vinden dat ze geluk hebben omdat ze met de fiets naar school kunnen. Sommigen vinden geluk omdat ze in een leuke klas zitten, met leuke klasgenootjes. Die soms wel is ruzie maken maar die ruzie ook kunnen goed maken. En daar heb ik het ook over in mijn verhaal, want op een bepaald moment hebben Frank en ik ook ruzie gehad, ik vertel dan hoe dat is gekomen en dat is een echt emo-moment.  Het is trouwens daarom dat ik er die dag alleen voor sta, Frank was namelijk zo boos op mij dat hij niet mee wilde komen. Maar op het eind van mijn bezoek vraag ik of de kinderen mij raad kunnen geven om het goed te maken met frank.

Kinderen geven mij tips 


En, dan krijg ik veel goede tips. Zoals: dat we elkaar een hand moeten geven, elkaar knuffelen, sorry zeggen, "ik zal het nooit meer doen" zeggen, een kadootje geven, de gouden meter terug laten maken (de gouden meter??, daarover later meer) en zo hebben de kinderen nog veel meer tips om ruzie goed te maken. Dat is kei goed dat die dat allemaal weten, ze vergeten het soms ook snel maar dan is het er weer terug en zo gaat dat elke dag weer. Ja het is oefenen oefenen en nog is oefenen. En weet je wie ze daar veel moet bij helpen? Ja natuurlijk: de juffen en de meesters. Want dat moet ik nog zeggen, héél veel kinderen vinden dat ze geluk hebben omdat ze zo een toffe juf of meester hebben. En dat is echt niet om siroop aan hun baarden te smeren, nee dat menen ze echt. Dat is toch mooi.

woensdag 4 april 2012

De formule!

Frank en ik dachten dat we alles gemeten hadden wat er te meten valt.
Tot de minister van onderwijskunde en geluk ons telefoneerde en ons vroeg om te gaan meten of er geluk is in de klassen.
Ik zei dat we dat met heel veel plezier zouden doen. Het was beloofd en afgesproken tussen mij en de minister.
Maar Frank zei me dat ik niet goed had nagedacht en te snel had belooft en afgesproken.
Hij wilde zeggen dat het meten van geluk niet zomaar kan. Daar hadden we geen meters voor en geen berekeningen. Dat gaat niet met een rolmeter of een vouwmeter of een ronde of bolle meter, een thermometer of een hoogtemeter zei hij. Daar had ik inderdaad niet aan gedacht, maar belooft is belooft en afgesproken is afgesproken. We hebben ons toen opgesloten in de meetkamer zodat niemand kon storen en zijn beginnen nadenken. Na lange dagen en nachten denken en rekenen hebben we de formule uitgevonden om geluk te meten.
Een formule is een hele moeilijke rekensom. 1 + 1 = 2, dat is makkelijk maar kijk is hoe moeilijk de volgende rekensom is.

De formule!

De formule is onduidelijk, dat weten we en dat is normaal. Alleen wij kunnen daar mee rekenen en weten hoe de formule moet gebruikt worden.
Het gaat zo, in de formule moeten 6 getallen ingevuld worden. Getallen van 1 tot en met 9. Die getallen kan ik waarnemen in de klas. Waarnemen met mijn zintuigen, en die zintuigen zijn: voelen met mijn vingertoppen, zien met mijn ogen, horen met mijn oren, proeven met mijn tong en ruiken met mijn neus.
Alles komt dan samen in mijn hersens en dan begint het daar te pruttelen en te prottelen tot de spieren van mijn hand iets gaan willen doen. Mijn hand gaat met een potlood de getallen invullen in de formule.


Hier zien jullie hoe mijn hand met het potlood de getallen invult in de formule.
Dat is blijkbaar om te lachen want ik maak er altijd rare geluidjes bij zonder dat ik het wil.


Dan moeten we alles alleen nog maar even goed uitrekenen en ziezo de uitkomst staat er: GELUK! of niet?
Tot nu hebben we altijd GELUK! uitgekomen, en dat is eigenlijk niet meer dan normaal als je kijkt wat een fantastische juffen en meesters er voor de leerlingen zijn.



Wat we allemaal gemeten hebben

Ik geef een paar voorbeelden:


Dit is Frank nadat we de piramiden die achter hem te zien zijn hadden gemeten. Dat was op vraag van de  Egyptische oudheidkundige dienst.










Frank en ik in de cockpit van een boeing
747 waar we de meters testen. De lichtjes en schermen die je kan zien zijn allemaal meters.












Een belangrijk moment voor ons, toen we werden gevraagd door de NASA om mee te vliegen naar de maan om daar maanrotsen te meten. Op de foto: Frank links, in het midden Michael Collins en ik rechts.


Frank met de langste man ter wereld. Hij is 2 meter en 57 centimeter groot. We moesten hem meten voor het wereldrecordboek. Een erg vriendelijk zeer groot man
waar we nog steeds contact mee hebben.
Hij schrijft met een grote balpen op grote
postkaarten. De postkaarten zijn zo groot
dat ze nooit in onze brievenbus passen.













Frank op vakantie met een grote vis die we ....
gemeten hebben natuurlijk.











En dat is Weksel, het hondje van tante Leontin die we verkleed hadden. Die foto is een kado voor tante.
















Hier zien jullie ons in vrije val als we uit een vliegtuig zijn gesprongen. We hebben toen gemeten hoe snel je kan vallen. Kunnen jullie het touw zien aan mijn rug? Daarboven hangt het valscherm dat gaat open gaan om ons veilig en zacht te laten landen. Zeer spannend allemaal.











Dat zijn een paar voorbeelden van dingen die we gemeten hebben, er zijn er nog honderden meer maar dat is te veel om op te noemen.

Dag iedereen

Ik ben Peter de Meter.

De minister van onderwijskunde en geluk heeft mij en mijn beste collega en vriend Frank gevraagd om te gaan meten of elke klas wel geluk heeft.
De minister heeft dat aan ons gevraagd omdat wij professionele meters zijn.
Wij meten omdat we dat heel graag doen.
Hoe dat komt? Ik denk dat het in ons bloed zit.

In ons bloed?
Via onze oudvaders, de vaders van onze betovergrootvaders die ook al meters waren.
En zo van vader op zoon doorgegeven tot bij Frank en mij.
Daarover later meer.

Toen wij kinderen waren speelden we graag zoals alle kinderen,


maar wat wij ook graag deden was meten. Ik heb mijn hondje Pukkie ooit helemaal gemeten.
Of bijvoorbeeld voor we met lego blokken begonnen te spelen gingen we die eerst meten. Ik schreef dan alles precies op in een schrift dat ik bewaarde in een kast op m'n kamer. Daarna maakten we huisjes met de blokken en die moesten ook gemeten worden en alles opgeschreven voor we verder speelden. Alles meten was ons plezier. Zo bijvoorbeeld een verjaardagstaart, voor we de kaarsen uitbliezen... eerst even snel de taart meten.
Een ijsje meten, moeilijk want een ijsje smelt en wordt dus steeds kleiner. Als ik dan de maten van het ijsje had opgeschreven in mijn schrift was het weer wat gesmolten en gingen we het opnieuw meten omdat het kleiner was geworden. En zo tot er niets meer van over bleef, alleen een plasje gesmolten ijs onder de elleboog van Frank. En die gingen we dan ook weer meten, fantastisch toch? Onze vrienden en vriendinnen vonden ons wel een beetje raar. Raar maar wel leuk.

We zijn naar een school gegaan waar je kan leren meten, er is een foto die is genomen op de dag dat we ons diploma haalden van professor in de meetkunde of zoals ik zeg professor meter.
Op die foto zie je mij, Frank en ook een meisje.


Dat meisje is Tina die in onze klas zat. En weet je wat? Ik en frank waren samen verliefd op Tina. En we wisten dat niet van elkaar. Als twee dikke vrienden samen verliefd zijn op hetzelfde meisje kan daar ruzie van komen vonden wij. Dus gingen we naar Tina om te zeggen dat we niet meer op haar verliefd wilden zijn. Maar Tina was al terug bij haar ouders in Canada gaan wonen en daarmee was ons probleem vanzelf opgelost.
Na onze school hebben we veel gemeten, héél veel. Ik geef jullie een paar voorbeelden van dingen die we gemeten hebben.